In nummer 6 van ons blad kon u lezen dat het volgende nummer zou verschijnen op donderdag 1 oktober. Eind september besefte ik pas dat de periode tussen nummer 6 en 7 elkaar wel erg snel opvolgden en dus moest ik deze belofte breken. Redactieleden, drukkers, pastoraal team en bezorgers werden op de hoogte gebracht, want iedereen vertrouwde erop dat begin oktober het blad op de mat lag…. Er werd zelfs een mededeling gedaan in onze kerken op het eind van de diensten van begin oktober. De datum werd herzien…Lichte beroering, geen paniek, maar toch was ik even uit mijn ritme!
Hetzelfde gevoel bekruipt me als ik mijn ochtendkranten niet op het vertrouwde tijdstip kan lezen. Vervoersproblemen? Slecht weer? Een nieuwe bezorger die moet wennen aan een ander schema? Pas nu word ik me bewust van de gewoonte om zonder nadenken de kranten uit de bus te graaien en kan ik waardering opbrengen voor degene, die dat voorheen vanzelfsprekend op dat vroege tijdstip deed. Kom op…Beter laat dan nooit!
Misschien is het mens-eigen om snel te klagen als het anders verloopt dan je gewend bent: treinen die niet of vertraagd vertrekken, een huishoudelijk apparaat dat eigenzinnig iets anders of totaal niet doet, wat jij wilt: erg vervelend tot zichtbare of hoorbare ergernis toe!
Van gezinsleden wordt verwacht dat ieder een bijdrage levert aan het gezamenlijk huishouden. Van kindsbeen af leren we onze kinderen dat tafel dekken & afruimen, de vaatwasser legen of vullen, of je eigen bed opmaken, klussen zijn die erbij horen. Hoe ouder het gezinslid wordt, hoe hoger de eigen inbreng en medeverantwoordelijkheid worden. We weten je anders te vinden en je wordt op je gedrag aangesproken!
Regels en gewoontes, we zijn er in Nederland zo aan gewend! Vind je het gek dat nieuwkomers (zeker in het begin) er totaal niks van bakken en versteld staan van de afspraken die wij met elkaar ( en dus ook met ons medelanders) maken. Je moet op tijd zijn, je werk af hebben. Kortom: doen wat je beloofd hebt, want anders is het vertrouwen ver te zoeken…
Op geloofsterrein hebben we een periode gekend, waarin we God altijd medeverantwoordelijk achtten als het ging om geluk, gezondheid en alle daarbij behorende zaken. Ziekten en sterfgevallen werden als een testcase gezien. God had het beste met je voor, maar stelde jouw trouw in Hem op de proef. Voor menigeen was zo’n last dragen te zwaar en men haakte af: hoe kon God zo iets van je verlangen?
In deze moderne tijd draaien we het om en stellen we eigenlijk God op de proef: wat mag je van Hem verwachten? God als vriend of maatje. Jahweh: Ik zal er zijn! Wij voegen daar direct aan toe: 24 uur per dag graag!
Vriendschappen lopen regelmatig deukjes en schrammen op: we zijn eraan gewend om peuters, kleuters en basisschoolkinderen het ene moment samen te zien spelen, maar het andere moment kunnen ze elkaar niet luchten of zien. Jongeren die snel wisselen in relaties omdat ze de ware ( of waarden?) nog niet kunnen vinden. Ook bij volwassenen kan ik me verbazen als om schijnbaar kleine dingen spanning ontstaat: een vergeten verjaardag, een te prullerig, niet representatief cadeautje of één (achteraf) onhandige uitspraak of handeling… Dààg, mij niet meer gezien! Vriendschap aan diggelen.
Jahweh betekent echter ook: Ik ben die ik ben. God is niet in een hokje of kader te vangen. Uniek of jezelf zijn vinden we geweldig, maar als het om God gaat, voelen we dat gauw anders….
Velen missen God niet (meer) in hun leven. Wij kunnen zonder Hem en leggen zonder omhalen uit dat wij niet kunnen houden van iemand die je niet ziet, of ‘echt’ kunt waarnemen…..Klip en klaar?
Hoe anders gaan we om met onze naasten. Oudere kinderen gaan hun eigen weg. Ze wonen zelfstandig en soms erg ver van Zeeland. Er zijn weken of zelfs maanden dat ik mijn oudste kinderen niet zie. Een snel telefoontje of WhatsAppje kan nog net… Druk, druk, druk, maar ik ben je niet vergeten hoor!
Als ouder word ik nog regelmatig op de proef gesteld en ben ik wel eens teleurgesteld in het gedrag van mijn kinderen. Toch zal ik niet snel mijn zoon of dochters alleen laten: het blijven je kinderen!
Daar mag je op vertrouwen. Altijd!