Overweging bij Palmzondag, 5 april 2020

Over een zacht-moedige koning

Vandaag ben ik jaloers op Jesaja die vol van vertrouwen verkondigt: God de Heer heeft mij de gave van het woord geschonken. Ik versta het de ontmoedigden moed in te spreken. Mij bekruipt eerder het gevoel dat alle woorden tekort schieten in deze merkwaardige tijd, waarin er zoveel beperkingen zijn om elkaar nabij te zijn en samen je geloof en je leven te delen.

Palmpasen was nog nooit zo ingetogen. Geen grootste intocht, geen kinderen die met palmpaasstokken door de kerk trekken. Het is stil in de kerken en de straten. We gaan de laatste week in van de 40-dagentijd. Een periode van bezinning en onthouding. En toen we er aan begonnen konden we nog niet niet vermoeden dat onthouding een totaal nieuwe dimensie zou krijgen in deze vastentijd. We werden geconfronteerd met het woekerende geweld van het nieuwe coronavirus. Een virus dat met een moordend tempo onzichtbaar door de wereld sluipt en zich verspreid via onze meest basale levensbehoefte: contact met mensen. Landen namen verregaande maatregelen. In Nederland werd het begrip sociale onthouding geïntroduceerd. En dat was nog maar het begin. Ondertussen hebben we meer nieuwe begrippen leren kennen. We zijn als land in een intelligente lockdown. De wereld vast – noodgedwongen-, mensen voelen zich meer verbonden dan ooit – want we dragen hetzelfde lot-, we bezinnen ons op de grote vraag: hoe moet dit verder? Een vraag die voor niemand zonder zorgen is. De Goede Week is meer dan ooit een Stille week. Een week waarin we aan de hand van onze eigen veerkracht en het grote passieverhaal, – het indringende verhaal van het lijden van Jezus-, een weg naar binnen gaan. De wereld waarin we momenteel leven lijkt nog lang niet toe aan Pasen en toch zingt ons hart zacht en moedig van hoop: want Pasen gaat altijd door.

Met de palm in ons hand, zoeken we geborgenheid in de palm van Gods Hand. Hij zal ons dragen. We leggen onze mantels van liefde uit voor zijn Zoon, die vandaag op een ezelsveulen door de straten trekt. Deze zacht-moedige koning gaat zijn weg, gaat onze weg, gaat een weg voor ons, bekleed met zoveel menselijkheid dat al je vezels gaan zingen van hoop: de dood zal niet het laatste woord hebben. Maar het passieverhaal is even weerbarstig als het leven zelf. Zoals wij een goede maand geleden nog vrij konden bewegen en dansen in onze straten en niet konden vermoeden dat ons leven zo’n totale wending zou krijgen, zo keert ook sfeer in Jeruzalem. Jezus trekt zich terug met zijn leerlingen, in de tuin van de olijven. Wat kunnen we meevoelen in zijn smeekgebed deze dagen als Hij bidt: “Vader, laat deze beker aan mij voorbij gaan.” En tegelijkertijd weten we dat er geen ontkomen aan is.

Het is zoals het steeds terugkerend versje in het verhaal van de Berenjacht. Iedere keer als zich een probleem aandient, zeggen ze tegen elkaar: O jee, wat is dat?…ze benoemen het probleem…en dan zeggen ze: We kunnen er niet boven over, we kunnen er niet onderdoor, O nee, we moeten er wel dwars doorheen… Wat ontzettend mooi, dat juist de berenjacht voor kinderen massaal vormgegeven wordt in alle straten van Nederland. Als je met je kinderen op berenjacht gaat en je leest ook samen het verhaal, dan leer je je kinderen op een speelse manier om te gaan met angst en problemen, want als er geen ontkomen meer aan is…dan moet je er wel dwars doorheen. Precies dat, overkomt ons nu wereldwijd. Het

lijkt een luchtig zijsprongetje wat ik hier maak, maar het is precies wat Jezus zegt in zijn tweede gebed: “Vader, als het niet mogelijk is dat die beker voorbijgaat zonder dat Ik hem drink: dat dan uw wil geschiede…”

We horen hoe dat verder gaat… Hij droeg de boom van het leven, het levenshout, op zijn rug, zongen we. We kunnen lezen over deze boom in het allereerste boek van de bijbel, in het verhaal van het begin: Die boom stond midden in het Aardse paradijs, vrij toegankelijk voor Adam en Eva en is daarom niet te verwarren met die andere boom: de boom van de kennis van goed en kwaad. In het laatste boek van de bijbel ziet de apostel Johannes in een visioen dat de Boom van het Leven opnieuw op een plaats staat die toegankelijk is geworden voor de mens. Die boom staat nu in het hemelse Jeruzalem. En Jezus draagt deze week die boom voor ons, door alle seizoenen van het leven van het Aardse Paradijs, tot in het hemelse Jeruzalem, een weg die Hij gaat voor ons, want wij kunnen Hem daar niet in volgen. Hij maakt de weg voor ons vrij….dwars door het lijden heen.

En daarom mag ons hart zacht en moedig zingen van hoop en kunnen we het voelen aan onze vezels, al hebben we nog lang niet alle ziektes en alle honger overwonnen, al is er nog steeds oorlog en geweld, al zijn de straten van de wereld nu verlaten door het coronavirus, al weent ons hart ook van verdriet en angst, al zal de aarde beven, de dood zal niet het laatste woord hebben, want de boom van het leven zal altijd vruchten dragen en wij zullen in die zoon van mensen, die zacht-moedige koning op dat ezelsveulen, een zoon van God herkennen.

Alida van Veldhoven, pastoraal werkster

Vorig artikelPaasbrief van de bisschop. Achter gesloten deuren
Volgend artikelextra diensten vanuit R.K. kerk Goes op dins- en zondagen