Moge op de dag waarop
de zware last op je schouders
je heeft afgemat
en je struikelt
de stof dansen
om je evenwicht te geven.
En moge, als je ogen
bevriezen achter het grauwe venster
en de schim van verlies
bij je binnenkomt,
een menigte kleuren,
indigo, rood, groen
en azuurblauw,
in je een weide van verrukking
scheppen.
Als het zeil scheurt
in de boot der gedachten
en de oceaan zich onder jou
zwart kleurt,
moge er dan over de wateren
een pad van gulden maanlicht komen
om je veilig thuis te brengen.
Moge de koestering van de aarde er voor je zijn,
moge de helderheid van het licht er voor je zijn,
moge de beweging van de oceaan er voor je zijn,
moge de bescherming van de voorouders er voor je zijn.
En moge een zachte wind
Deze woorden van liefde
Om je heen blazen,
Als een onzichtbare mantel om je leven te behoeden.
John O’Donohue (uit Anam Cara, een boek met een moderne uitleg van de religieuze traditie van de Kelten, waarin het begrip ‘zielsvriend’ centraal staat als uitdrukking van verbondenheid en liefde).