Volgens de apostel Paulus in Efeziërs 2:20-21 is de Christelijke geloofsgemeenschap ‘gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus de hoeksteen is. Vanuit hem groeit, steen voor steen, het hele gebouw uit tot een tempel die gewijd is aan hem, de Heer’. Gebaseerd op deze tekst werd bij de bouw van iedere neogotische katholieke kerk de eerste steen gewijd aan Jezus, de hoeksteen. De Sint Bonifacius heeft ook zo’n steen, namelijk aan de zuidwestkant van de apsis, onderin de triomfboog. Deze hoeksteen is een groot blok kalkzandsteen, dat aan de binnenkant van de kerk wordt aangegeven met één of twee wijtekens. Doordat de muren van het kerkgebouw rondom zijn voorzien van geschilderd stucwerk lijkt de hoeksteen kleiner dan deze is. De steen is groot en aan de binnenkant voorzien van een holle ruimte, waarin – naar alle waarschijnlijkheid, omdat dit elders ook zo is – een loden koker is gemetseld met daarin een perkamenten oorkonde, een kopie van de bouwtekeningen, en wat koper- en zilvergeld uit het eerste bouwjaar 1901. Door optrekkend bodemvocht is nu helaas het ter plaatse aangebrachte stucwerk zo sterk aangetast dat de wijtekens zo goed als verdwenen zijn (zie foto). De natuursteen is weliswaar veel beter bestand tegen vocht dan het stucwerk, maar duidelijk is intussen wel dat de draagkracht van de hoeksteen steeds meer op het spel komt te staan.