Is het woord ‘aandacht’ niet een beetje belegen? Suggereert het misschien een zekere bedachtzaamheid, vooral bedoeld voor de oudere mens? Is het wel flitsend genoeg? Het zijn vragen, die in mijn gesprek met Marloes en Linda niet aan de orde kwamen. Maar het woord ‘aandacht’ viel minstens twee maal. Dat vond ik opvallend genoeg om deze titel te kiezen voor de weergave van het interview.
Linda en Marloes (beiden nog geen 30) zijn sinds een jaar lid van de Caritas in Heinkenszand. Het is een werkgroep van overwegend jonge mensen, die zich op hun gemak voelen bij elkaar en die onderling ook veel plezier kunnen maken. Maar de kern van hun bezigheden heeft te maken met inzet voor mensen die het minder getroffen hebben. ‘We hebben,’ vertellen Marloes en Linda, ‘meegeholpen bij het samenstellen en rondbrengen van de kerstpakketten voor zieken, ouderen en alleenstaanden in het dorp. Het pakket bestond onder andere uit producten van Jikkemiene in Nisse en van Werk- en leerboerderij De Akkerwinde. Zo snijdt de inzet van de Caritas aan twee kanten. Het aanbieden van de pakketten is heel mooi om te doen. Sommige mensen zijn daar heel geëmotioneerd van, anderen vertellen je zowat hun hele hebben en houden. Het wordt enorm gewaardeerd. Want het geeft mensen het gevoel, dat er aandacht voor hen is. Daarom is het zo fijn om hieraan mee te werken.’
Van binnenuit
De twee jonge vrouwen hebben al een lange geschiedenis gezamenlijk: ze zijn als baby tegelijk gedoopt, ze hebben bij elkaar in de klas op de basisschool gezeten waar ze hun communie en vormsel hebben gedaan. Ook zaten ze tegelijk op het kinderkoor. Marloes ging na het kinderkoor door naar Free Spirit. Nadat Linda bij het Jongenpastoraat had gezeten, paste ze op baby’tjes en kleine kindjes in de crèche van de kerk zodat ouders rustig de dienst konden bijwonen. Zowel Marloes als Linda geven aan, dat hun inzet voor de Caritas mede wordt ingegeven door wat ze ‘van thuis hebben mee gekregen. Zo blijf je – nu met de Caritas – in de flow.’
De twee zijn niet op goed geluk lid geworden van de Caritas. Marloes: ‘Ik ben gevraagd door Chantal de Geus.’ Linda is via haar moeder, die vanuit de Blasiuskerk de werkgroep Meeleven aanstuurt, benaderd om te gaan meedoen. Dat Linda en Marloes daarvóór al vriendinnen waren en dat er al leeftijdgenoten bij de Caritas waren, heeft ongetwijfeld hun keuze positief beïnvloed.
‘Daarom,’ zeggen ze, ‘als we aan iets beginnen, dan willen we het ook goed doen. Het moet immers ook van binnenuit komen.’ En om zich te verdiepen in wat de Caritas nu precies inhoudt, hebben ze een cursus van liefst vier avonden gevolgd. ‘Dat was heel erg leerzaam. Want je gaat het een en ander ontdekken over de geschiedenis van de kerkelijke hulpverlening en over de achtergronden en het christelijke fundament van de Caritas. Het is ook interessant om uit te wisselen met mensen van andere Caritasinstellingen, want zo hoor je ook over kwesties uit de praktijk.’
Uiting van geloof
Als ik vraag, waarom de twee zich inzetten voor de Caritas, dan is dat in essentie ‘omdat je iets voor een ander kunt betekenen. We zijn beiden druk met ons werk, maar het is belangrijk dat je daarnaast nog aandacht hebt voor wat andere mensen nodig hebben. Zeker als ze het minder goed getroffen hebben dan wij zelf. En vanuit de kerk kunnen we soms dingen aanpakken, die niet altijd door de overheid opgelost kunnen worden. Soms is iets heel eenvoudigs – denk bijvoorbeeld aan onze aanwezigheid voor de Adventsactie op de kerstmarkt in Goes – gewoon ontzettend leuk om te doen. Je biedt mensen de mogelijkheid om een kaarsje aan te steken, en de opbrengst is voor de Adventsactie; en met het aansteken van het kaarsje en het opschrijven van hun persoonlijke wens stel je ze in de gelegenheid om iets uit te drukken van hun geloof. Een kaarsje aansteken, dat doen mensen toch makkelijker dan een heel uur een kerkdienst bijwonen. En zo zijn er veel verschillende manieren om uitdrukking te geven aan je geloof.’
Dat geldt natuurlijk ook voor Linda en Marloes. Met hun inzet voor de Caritas laten ze zien dat hun persoonlijke geloof tot uiting komt in concrete daden. Door aandacht te hebben voor de medemens wordt dit geloof zichtbaar. ‘Want,’ zeggen ze, ‘je geeft een deel van je tijd en je aandacht, maar je krijgt er ook veel voor terug.’
Wiel Hacking, pastoraal werker