zendeling of zonderling?

 

Met stijgende verbazing heb ik de afgelopen weken naar de Olympische en Paralympische Spelen in Rio gekeken. Wat een motivatie hadden die sporters; stuk voor stuk, ongeacht het land waarvoor ze uitkwamen.

Een hoofdstuk apart vormden de deelnemers aan de Paralympische Spelen: de meesten kende ik niet eens van naam, of nog erger ( of beschamender?):ik had geen weet welke takken van sport ze bedreven. Uit hun vraaggesprekjes na afloop van de wedstrijd kon je het elan en hun gedrevenheid om mee te doen en te willen winnen makkelijk distilleren.

Het lijkt me heerlijk om helemaal ‘op’ te gaan in je sport of hobby. Je gaat ervoor en zet bijna alles aan de kant om je doel ( of ereplaats) te bereiken. Ook al kost dat jaren.

bordje-teleurstellingenKijk naar de reacties van de verliezers, die – nog met het stoom uit hun oren- net een seconde te laat waren, de limiet niet haalden of letterlijk struikelden in de laatste bocht of meter…. Sommigen konden de teleurstelling even niet kwijt, blokkeerden of braken in snikken uit. Liefhebbers van emotietelevisie kwamen aan hun trekken en half Nederland viel over de ‘losersvlucht’ die deelnemers zonder eremetaal vooraf afvoerden naar de thuisbasis. We zijn zo gewend geraakt aan gestelde doelen halen dat een missie niet mag mislukken.

Zouden missionarissen (zendelingen) dat vroeger ook met de paplepel ingekregen hebben? Mensen als moeder Teresa met hun congregatie van naastenliefde  of Jozef de Veuster, die lid was van de congregatie van de Heilige Harten? Zij  gingen zeker niet voor goud, zilver of brons ten eigen wille. Beiden gaven al vrij vroeg aan als diep gelovig mens zich te willen inzetten voor de medemens. Zij wisten dat het een lange, eenzame weg was: veel afzien in materieel en geestelijk opzicht. Feitelijk gelijk aan de ontzeggingen die een sporter moet betrachten om in de top mee te kunnen doen.

De weg naar de top is voor een sporter totaal anders dan de weg naar ‘boven’ ( en dan bedoel ik niet de hemel of het heiligdom) van een missionaris. Beiden kunnen slagen, maar de kans op mislukken is veel meer aanwezig. Van sporters die op het ereschavot staan is het een kwestie van tijd en succes of ze de hoogste trede blijven halen of weggehoond worden naar het andere schavot. Alle ontberingen ten spijt; in soms seconden ligt hun kans op eremetaal aan diggelen en vaak ontaardt dat vervolgens in ellenlange discussies en verklaringen voor hun zonderling ( bizar, apart, wereldvreemd) gedrag. Yuri van Gelder kan er over meepraten.

Kan men spreken van topprestaties inzake geloofsverspreiding? We eren Willibrordus als apostel van Nederland; Pater Damiaan en Moeder Teresa werden recent heilig verklaard, maar hoe zien we mensen in deze tijd die de lange weg van geloofsverkondiging volgen?  Vinden we het vreemd of moedig als een jonge man of vrouw aangeeft zich te willen overgeven aan Gods wil?  Staan we juichend aan de kant en moedigen we hen toe, zoals wielrenners soms overenthousiast gevolgd worden.  Of draaien we het hoofd weg en begrijpen we deze levenswijze absoluut niet?

Zonderling of zendeling? U mag het zeggen!

 

Vorig artikelZelf instrumentjes knutselen
Volgend artikelmissionaris vroeger