Wat is dat nu voor een vraag: Wie is je trainer? Trainer? Nou ja, je kunt er ook een ander woord aan geven: De coach die de schaatser oefent, de leerkracht die kennis aan de leerling overdraagt, de mentor die vraagbaak is voor de stagiair, de leidinggevende die richting wijst aan zijn personeel, de instructeur die je de techniek van het autorijden aanreikt.
Teamspirit – groepsgeest
Vaak is het niet alleen een enkeling voor wie de trainer zich inzet maar een hele groep: een voetbalelftal bijvoorbeeld. Wat moet de trainer in huis hebben? Natuurlijk: kennis, techniek en vaardigheid. Maar springt er dan ook iets over? Waarschijnlijk niet zo veel. Want noodzakelijk voor hem of haar is dit: enthousiasme, bezieling en geestdrift. Want alleen zo ontstaat er in het geheel van de groep een mentaliteit waarmee je vooruit kunt: teamspirit, groepsgeest.
Van wie ?
Spirit, geest? Uiteindelijk ligt die in het elftal zelf. Die spirit brengt de groep, in combinatie met de talenten van de groepsleden, tot een sportief resultaat. Maar van wie komt die geest dan uiteindelijk voor het grootste gedeelte? Van de trainer natuurlijk. Tijdens de wedstrijd flitsen voortdurend – bewust of onbewust – zijn adviezen, raadgevingen, instructies en aanwijzingen door het hoofd van de spelers. De trainer blijft zijn rol spelen, maar zonder dat deze zelf direct actief is in het spel. De ploeg speelt met eigen talenten maar in de geest van de trainer.
Trainer voor het leven …
Bestaat er nu ook een trainer voor het leven? Een coach voor de kunst van het bestaan? Een leraar voor het weten hoe te leven? Een mentor voor de vragen naar zin over leven en dood? Een leider die richting door het leven wijst? Een instructeur die je laat zien wat goed en kwaad is? Is er iemand die ons wat deze vragen betreft enthousiast weet te maken, bezielt en geestdriftig maakt? Iemand die bij ons mensen een teamgeest en een geest voor gemeenschap oproept?
Die is er …
Gelovige christenen zeggen: Ja, zo iemand is er: Jezus van Nazareth. Maar die is toch al lang dood? Dat klopt; zo’n tweeduizend jaar lang al. Maar ze zeggen toch ook dat Hij is opgestaan? Ook dat klopt voor een gelovige mens: de Heer is verrezen, Hij leeft! Maar hoe merk je dan dat Hij leeft? Omdat we leven in Zijn Geest. Althans, dat proberen we. We proberen ons voortdurend te herinneren wat Hij gezegd en gedaan heeft. En uit de kracht van de geschenken (‘sacramenten’) die hij ons gegeven heeft, proberen wij te leven in Zijn Geest. Jezus die we daarom Christus noemen is onze trainer voor het leven.
En omdat Jezus onze trainer is en ons een teamgeest, een geest van gemeenschap geeft, vieren we dat ook. Eenmaal in het jaar heel speciaal. En dat is met Pinksteren. Dan vieren we dat tweeduizend jaar geleden, de mensen van toen ontdekten dat ze leefden vanuit de Geest van de gestorven en verrezen Jezus van daaruit konden zeggen: Hij leeft! En dan – met Pinksteren, elk jaar weer – vieren wij dat wij dat ook nog steeds mogen doen.
Fons van Hees, pastoor..