Vasten? Bestaat dat nog?

VASTEN? Bestaat dat nog?

Vraag een ouder van boven de zestig jaar wat ‘vasten’ is en hij/zij begint nostalgisch te mijmeren over: het snoeptrommeltje, vis en botersaus op vrijdag, soberheid, geen feesten of partijtjes, paarse doeken over heiligenbeelden en veel bidden…..

Vraag een ouder van onder de veertig wat ‘vasten’ inhoudt en je krijgt wellicht een vragend gezicht: ‘hoe zo, vasten?’

Veel jonge christenen, maar ook mensen die zichzelf niet gelovig noemen zoeken naar een manier om vorm te geven aan deze bijzondere tijd van het kerkelijk jaar: vastentijd. Veertig dagen geconcentreerd bezig zijn met een levensvraag. “Waarom zijn we op aarde?” “Bewust afstand doen van luxe, welvaart, hebzucht of materialistisch denken”. Weer anderen zijn op zoek naar ‘leren meer mens te worden’. Dat klinkt misschien zweverig, maar dat is het zeker niet!  Hoe kan ik groeien in mildheid, in liefde, in geduld of in eerlijkheid? Als je moeite hebt om met iemand om te gaan kan mildheid een kostbare gave zijn…..

Kritiek hebben op de consumptiemaatschappij is voor velen niet iets wat enkel tijdens deze veertigdagentijd speelt. Bezitten wij de dingen of worden wij door de dingen bezeten? De zuigkracht van de cultuur is enorm. Loop maar eens vlak voor etenstijd door een winkelstraat of supermarket; dan voel je meteen wat er bedoeld wordt.

Mag vasten pijn doen? Moeten we net als Jezus meelijden? ‘Flauwekul’ vinden velen, want dat lijden en sterven van Jezus is toch al lang geleden gebeurd en dat hoef je toch niet over te doen? Bijbelkenners wijzen erop dat Jezus juist de woestijn inging om te vasten en te bidden, waarbij het gebed voorop stond.

Sociale gerechtigheid is in de huidige tijd belangrijker dan het opsparen van zoetigheid in een trommeltje. We sparen bewust kosten uit om dat geld te kunnen overmaken naar goede doelen. ‘Niet je kleren moet je scheuren, maar je hart’ staat in de tekst uit Joël die we lazen op Aswoensdag.

Eén dag bewust leven op water en brood is zeker niet verkeerd, maar moet zeker niet als voorbeeldig gedrag uitgedragen worden. Via allerlei bijbelteksten en de lijn die in eucharistievieringen in deze periode gevolgd wordt, trek je mee in het lijden en sterven van Jezus; zijn weg naar Jeruzalem.

We moeten echter geen wonderen verwachten: de eerste paaseitjes worden al ruim voor carnaval verkocht. Geduldig wachten ( 40 dagen lang?) sommigen moeten er niet aan denken. Tempomakers trekken sfeer uit de kast: na Sinterklaas moet de kerstboom in de kamer staan en direct na carnaval is het tijd voor de volgende happening: Pasen; eitjes, hazen, chocolade en lekker ontbijten. Zonder aanloop!

De kerk leert je te verwachten en te waken, of in gewone taal: geduld te hebben. Daarvoor zijn juist periodes van Advent en Veertigdagentijd in het leven geroepen.

Richard Gielens

Bron: ‘de verdieping’/ theologisch elftal, bijlage uit het dagblad ‘Trouw’ van vrijdag 5 februari 2016.

Vorig artikelBasisscholen en godsdienstonderwijs
Volgend artikelhet heilig jaar van barmhartigheid