Eind augustus maken veel vakantiegangers de tussenbalans op: Was de vakantie geslaagd? Werkte het weer en de omstandigheden mee? Is de plaats van bestemming voor herhaling vatbaar? En… zijn de talloze kiekjes van smartphone en digitale camera al over gezet naar één groot bestand of is er al een heus fotoboek in de maak? Kortom…werk aan de winkel!
Hoe anders/rustig was het die weken ervoor niet? Niks moet, alles mag? of ‘Laat maar waaien’? Er zijn zelfs mensen die het in de vakantie drukker hebben met voorbereidingen en daarop volgende nazorg dan in de periode van werk en regelmaat. Het zalig nietsdoen is immers niet voor iedereen weggelegd.
Zelf vind ik het moeilijk om op mijn handen te blijven zitten. Ook al ben ik in een levensfase verzeild geraakt, waarin de werkdruk en prestatiedrang beduidend minder voelbaar zijn geworden. Tijd speelt nog een belangrijke factor in mijn activiteiten, al ga ik bewust en sneller een sociaal contact aan met passanten en zeker met mensen uit mijn omgeving.
‘Blijf niet staren op wat vroeger was. Sta niet stil in het verleden: Ik- zegt Hij- ga iets nieuws beginnen. Het is al begonnen. Merk je het niet? (Jesaja 43:18).
Deze tekst is de laatste weken steeds nadrukkelijker bij mij in beeld gekomen. Als velen rondom je vakantie hebben/vieren en jij feitelijk bijna altijd ‘vrij’ bent, kan dan onbewust gaan knagen aan je eigenwaarde of zelfbeeld. Nostalgie oftewel achterom kijken is prima, als het maar geen hang wordt naar het oude, vertrouwde tijdperk van scoren, waardering meten, collegialiteit voor alles en ‘zaken gaan voor het meisje’. Kom op: naar de toekomst kijken> vooruit!
Ook in kerkelijk Nederland zullen we verder moeten op de weg naar ‘nieuwe wegen’ en niet blijven steken in oude, vertrouwde denkbeelden. Toegegeven: de doorsnee belijdend gelovige heeft niet bepaald een jeugdige uitstraling of een swingend profiel, maar een zestigplusser hoeft zeker geen uitgebluste indruk achter te laten.
‘Onbekend maakt onbemind’. Sommigen vrezen voor de toekomst van onze kerk en ons geloof. Kerksluitingen ten gevolge van secularisatie, godsdienstoorlogen en een toenemende onverschilligheid lijken dat in de hand te werken. Onzekerheid over hetgeen vroeger zo gewoon en geliefd was, maken diepgelovige mensen bang of mistroostig.
Laten we de periode van stilstand ( een lange vakantieperiode) een moment van bezinning noemen, waardoor we ons meer bewust worden van zaken die er wel of niet toe doen. ‘Handen uit de mouwen’: van een bijna slapende, gapende kerk naar een geloofsgemeenschap die een ‘wakkere’ uitstraling krijgt en oorzaak en gevolg kan koppelen. Na een lange nachtrust is het weer heerlijk om uit je bed te kunnen springen.