Binnen ons katholieke geloof zijn we opgegroeid met afbeeldingen en beelden van heiligen. Onze kerken staan er vol mee, of hebben helaas tijdens de laatste Beeldenstorm (eind jaren zestig van de vorige eeuw) een andere plaats en status gekregen.
In andere geloven lag het afbeelden altijd al moeilijker en gevoeliger. De Beeldenstorm van 1566 in de Nederlanden maakte duidelijk dat de Reformatie niets van die uiterlijke schijn moest hebben. ‘Alleen datgene wat de Bijbel ons letterlijk oplegt, dat mogen en moeten wij doen’. Al de rest moet uit de liturgie en de gebouwen worden verwijderd en volgers van Calvijn deden dat met strakke hand. Orgels, beelden, altaren en schilderijen vielen ten prooi aan vernielzucht ( volgens onze hedendaags ogen, gezien binnen geschiedkundig perspectief). Zij noemden het vooral wildgroei die in de late Middeleeuwen was ontstaan en duidelijk een halt moest worden toegeroepen. Zie het voorbeeld/ afbeelding van de Dom van Utrecht.
In dat opzicht zien we nu de Taliban of IS hetzelfde nastreven. Zonder aanzien en besef van historische waarden of respect voor andersdenkenden worden eeuwenoude beelden en gebouwen opgeofferd en met de grond gelijk gemaakt.
Wie herinnert zich niet de rellen die ontstaan zijn door het afbeelden van Mohamed? Het is nog erger dan vloeken in de kerk! Wij westerlingen zijn wellicht vergeten dat zo’n 450 jaar geleden deze orkaan ook door ons land raasde….
Heelt de tijd alle wonden?
Calvinistische kerken (ook wel hervormde of gereformeerde kerken genoemd) en de meeste vrije kerken (methodisten, baptisten, evangelische kerken en pinkstergemeenten), zijn meestal kaal en de liturgie is heel sober ( in onze ogen), maar het orgel klinkt zeker in de protestantse kerken elke zondag voluit als instrument en als begeleiding van de gemeentezang. J. S. Bach heeft een ereplaats binnen de protestantse muziekcultuur en in de kerk! Onder invloed van de oecumene is er nu meer aandacht voor een verzorgde liturgie. Kruisbeelden, kaarsen, banieren, gebrandschilderde ramen… we zien ze ook hier: er komt meer ‘kleur’ in hun kerk.
Luther, de eerste reformator, was hierin veel milder. Hij hanteerde de leus: Alles wat de bijbel niet expliciet verbiedt, mag blijven. Volgens Luther verbood de bijbel niet het maken van beelden op zich, maar enkel het aanbidden ervan. De Lutherse kerken hebben geen beeldenstorm gekend. Een Mariabeeld is er in een historische kathedraal gemakkelijk te vinden en een kruisbeeld vind je in vrijwel elke Lutherse kerk.