Een rubriek die ingaat op voorwerpen of rituelen, die men in onze kerkgebouwen of tijdens liturgievieringen kan tegenkomen/
Deze keer een vervolg op het wisselen van houdingen tijdens een kerkdienst.
Vorige keer spraken we over: staan, zitten, knielen en buigen. Dit keer staan we stil bij: handen, handoplegging en handwassing.
Handen zijn belangrijk in ons leven. We kunnen ermee bijna alles doen en we voelen ons terecht ‘onthand’ als we ze niet kunnen gebruiken.
Wie mensen ziet praten, merkt al gauw dat handgebaren woorden ondersteunen en woorden kunnen versterken. Ook gezichtsuitdrukkingen spelen daarbij een grote rol. Lichaamstaal is in het dagelijks leven een belangrijk communicatiemiddel.
In de liturgie is dat niet anders: omdat we in de eredienst beseffen dat woorden tekort kunnen schieten, zijn onze gebaren veelzeggend.
Gevouwen handen: waarschijnlijk afkomstig uit de Germaanse cultuur. De leenman die een leentegoed uit de handen van de heer ontving, trad hem tegemoet met gevouwen handen: hij legde zijn handen in de handen van de heer, als teken van aanhankelijkheid en trouw. Let wel: de handen die verstrengeld zijn, zijn nadrukkelijk nooit in de officiële liturgie opgenomen. Het blijven gevouwen handen, die bij uitstek wijzen op aandacht en concentratie bij het persoonlijk gebed.
Opgeheven handen: Paulus vraagt aan zijn leerling Timoteüs ‘op elke plaats waar de gemeente samenkomt te bidden; de mannen heffen hun handen dan op in de geest van godsvrucht, die haat en ruzie uitsluit’
Deze zogenaamde ‘Orante-houding’ zien we in de dienst terug als de priester in de Eucharistie bij de uitdrukkelijke gebedsteksten ( Eucharistisch gebed en Onze Vader) zijn handen opgeheven houdt. Opgeheven en geopende handen drukken de wil en de bereidheid uit om Gods genade te ontvangen.
Handoplegging: deze uitdrukking laat duidelijk de overdracht van geestelijke kracht zien. We herkennen dit gebaar in de bijbeltekst van Isaak die de zegen geeft aan Jakob, waarmee het eerstgeboorterecht wordt overgedragen. Ook komen we in de Bijbel passages tegen waarbij misdaden en vergrijpen worden vergeven door handoplegging. Ook Jezus geneest zieken hiermee.
Bij het toedienen van het Heilig Vormsel komt dit gebaar nadrukkelijk naar voren. Ook bij de wijdingen van diaken, priester en bisschop zien we deze tekenen. In de Eucharistie strekt de priester de handen uit over het brood en de wijn bij de aanroeping in het Eucharistisch Gebed.
Handwassing: Wie kent niet het verzoek om voor het eten de handen te wassen? Handen wassen hoort bij de hygiëne en netheid. In vele godsdiensten geldt het als verplichte voorbereiding op het gebed en het verrichten van gewijde handelingen.
Ook het wijwater, bij de ingang van de kerk, is bedoeld als een teken voor innerlijke reiniging. De handwassing van de priester in de Eucharistie heeft naast een praktische reden ook duidelijk een spirituele betekenis. ‘Neem alle schuld van ons af, Heer en maak ons vrij van ongerechtigheid’.
bronvermelding: ‘in Taal & Teken’liturgie in de katholieke kerk, Han Akkermans, Roosendaal, 2015.